donderdag 23 mei 2019

Zinken en drijven

Wat hadden wij geluk vorige week! De weergoden waren ons gunstig waardoor wij buiten ons onderzoek naar drijven en zinken konden doen. We onderzochten waarom sommige voorwerpen drijven en andere zinken. 

Een belangrijk inzicht hierbij is dat voorwerpen altijd op het water duwen (of correcter: geduwd worden). Het water laat zich niet zomaar doen en duwt terug. Dit terugduwen heet opwaartse kracht. Als het voorwerp harder op het water drukt dan dat het water kan terugduwen, zinkt het voorwerp. Voorwerpen die minder hard op het water drukken, drijven. Het water tilt ze op. 

Uit ons onderzoek blijkt dat het gewicht van het voorwerp belangrijk is. Zo zal een steen zinken terwijl een pingpongbal blijft drijven. Dit komt omdat de steen zwaarder is (en dus harder geduwd wordt) dan de pingpongbal. Bovendien is de pingpongbal gevuld met lucht en de steen niet.  



                                     




Ons onderzoek toont ook aan dat de samenstelling van het water van belang is. Zo zonk ons ei in zoet water maar bleef het drijven in zout water. Het zout zorgt ervoor dat het water zwaarder wordt en harder kan terugduwen. 


Een onderzoek is nooit volledig feilloos. Dit was ook bij ons het geval. Normaal speelt de vorm van het voorwerp ook een rol. Zo zou een schaal van klei moeten drijven terwijl een bol van klei zou moeten zinken. Helaas zonken ze bij ons allebei. Hoe dat precies komt? Dat is voor een volgend onderzoek! 
 


                  

                  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.